Opinie | Armonea Overslaan en naar de inhoud gaan

Opinie

 

Ook in 2019 blijft een antwoord op de toenemende vergrijzing één van de belangrijkste uitdagingen voor onze beleidsmakers. Het jaar is nog maar net begonnen en (alweer) slaat de zorgsector alarm over het tekort aan verpleegkundigen. Werkgeversorganisatie Verso becijferde dat er in Vlaanderen tot 2026 jaarlijks zo’n 46.000 nieuwe collega’s in de ziekenhuizen, kinderopvang en rusthuizen moeten bijkomen. Waar die vandaan moeten komen, weet niemand. De maatregelen die daarvoor worden voorgesteld, bieden geen garanties. Nochtans kan door een efficiëntere en meer hedendaagse organisatie van alvast de residentiële ouderenzorg het tekort aan verpleegkundigen daar flink worden ingedijkt. Er kunnen ook een aantal lessen getrokken worden uit de aanpak in Wallonië. Alleen al in de Vlaamse ouderenzorg kunnen zo de competenties van zo’n 1.600 verpleegkundigen beter benut worden.

 

Minder verpleegkundigen lossen het tekort aan verpleegkundigen op

 

Van gratis opleiding, over rekrutering in het buitenland tot zorgrobots. Het zijn vaak gehoorde maatregelen waarmee men de vergrijzing te lijf wil gaan en die het tekort aan verpleegkundigen moeten helpen oplossen. Enkel het klonen van verpleegkundigen ontbreekt nog als mogelijke maatregel. Maar gelukkig zijn verpleegkundigen geen schapen! Anders waren er zeker al enkele Dolly’s in de zorgsector aan het werk.

Wat opvalt: veel van de maatregelen die door beleidsmakers en belangengroepen worden voorgesteld, rekenen op een oplossing van buitenaf. Jongeren warm maken voor een job in de zorg. Werklozen en werkenden omscholen voor  een tweede carrière in de zorg. Het aantrekken van buitenlandse verpleegkundigen. Een hogere verloning. Het verlagen van de werkdruk. … Ongetwijfeld stuk voor stuk  zinvolle maatregelen, maar, zonder afbreuk te willen doen aan de goede bedoelingen van deze voorstellen, lijken ze toch veeleer oude wijn in nieuwe vaten en bieden ze vooral geen enkele garantie dat het tekort wordt weggewerkt. Al decennialang palaveren we over dit soort maatregelen en lijkt er geen sence of urgency om het tekort aan verpleegkundigen daadwerkelijk aan te pakken.

 

“Er is geen deus ex machina

die het tekort aan verpleegkundigen

in Vlaanderen zal oplossen.”

 

Ongeveer de helft van de studenten die aan een opleiding verpleegkunde begint, behaalt ook effectief het diploma. Over alle mogelijke opleidingstrajecten heen behaalden in 2017 4.683 studenten een diploma in de verpleegkunde, zo blijkt uit cijfers van Onderwijs Vlaanderen. Datzelfde jaar waren er bij de VDAB 10.370 openstaande vacatures voor verpleegkundigen. In de veronderstelling dat al die afgestudeerden ook effectief aan de slag gaan als verpleegkundigen  - en bijvoorbeeld niet kiezen voor een andere job  -  raakt meer dan 1 op de 2 vacatures niet ingevuld. Onze onderwijsinspanningen moeten dus minstens verdubbelen om aan de vraag naar verpleegkundigen tegemoet te kunnen komen. Realistisch?

Dan maar verpleegkundigen rekruteren in het buitenland? Waardevolle en erg welgekomen collega’s, maar in de praktijk is dit slechts een druppel op een hete plaat. Bovendien helemaal geen evidentie en, gelet ook op de tekorten in de ons omringende landen, zeker geen oplossing op lange termijn

En wat dan met technologie? Ongetwijfeld kan technologie bijdragen tot een vermindering van de werklast in de zorgsector. Maar eerlijk: het inzetten van zorgrobots die sommige taken van verpleegkundigen volledig overnemen, is nog niet voor morgen en valt ook  moeilijk te rijmen met ons concept van een persoonsgerichte zorg.

Daarom lijkt het ons minstens even zinvol om ook de inzet van verpleegkundigen in en de organisatie van de ouderenzorg zelf eens onder de loep te nemen. Beantwoordt ons zorgmodel nog wel aan de hedendaagse verwachtingen van onze residenten? Zetten we de competenties van onze verpleegkundigen wel altijd even zinvol en efficiënt in? En hoe komt het dat woonzorgcentra in Vlaanderen meer verpleegkundigen in dienst moeten hebben dan in Wallonië?

Gaandeweg hebben we onze ouderenzorg georganiseerd vanuit een medisch geïnspireerde visie en dat heeft zich onder meer vertaald in de personeelsnormen die de overheid de woonzorgcentra oplegt. Nochtans zijn woonzorgcentra geen ziekenhuizen, toch?

 

“Een verpleegkundige in een woonzorgcentrum

zorgt voor bewoners, niet voor patiënten.”

 

Klachten over woonzorgcentra gaan zelden over de medische zorgen. Zo blijkt het gros van de klachten bij de Woonzorglijn te gaan over bewoners die te lang moeten wachten op verzorging, water of steun om naar het toilet te gaan.

Een verpleegkundige in een woonzorgcentrum heeft een andere taakinvulling, behoeft andere competenties en vaardigheden, dan zijn collega in een ziekenhuis. In een woonzorgcentrum worden nu eenmaal minder verpleegtechnische handelingen verricht en zijn zaken zoals autonomie, verantwoordelijkheid, empathie en communicatie veel belangrijker en zij hebben in een woonzorgcentrum ook een meer coördinerende rol.

Niet alleen moeten woonzorgcentra verhoudingsgewijs (te) veel verpleegkundigen inzetten, daarnaast worden ze in een tijd van schaarste ook bijzonder inefficiënt ingezet. Terecht is verpleegkundige een beschermd beroep en zijn de ‘verpleegkundige handelingen’ wettelijk vastgelegd. Maar wat als blijkt dat in een woonzorgcentrum ‘maar’ 43 van die 91 verpleegkundige handelingen worden gebruikt en we, van onze hoogopgeleide verpleegkundigen, maar de helft van hun professionele competenties benutten? Zonde, niet?

 

“Het lijkt er soms op alsof we in Vlaanderen

het tekort mee gecreëerd hebben

en in stand willen houden.”

 

België is in veel opzichten een uniek en complex land. Dat is in de ouderenzorg niet anders. Sinds 2014 zijn Vlaanderen, Brussel en Wallonië zelf verantwoordelijk voor de organisatie van de ouderenzorg en hebben zij daarvoor elk hun eigen wetten en erkenningsnormen uitgewerkt. Dat leidt ertoe dat eenzelfde woonzorgcentrum met 100 bewoners in Vlaanderen over 11,37 voltijdse verpleegkundigen moet beschikken en in Wallonië ‘maar’ 7,83 …

Zijn de bewoners in die Waalse woonzorgcentra dan slechter af dan hun Vlaamse collega’s? Nee! Uit de jaarlijkse tevredenheidsmeting bij de bewoners van Armonea-woonzorgcentra in Vlaanderen en Wallonië blijkt er geen verschil. Net zo min zijn er objectieve kwaliteitsindicatoren voorhanden die zouden suggereren dat een Waalse rusthuisbewoner slechter af is dan een Vlaamse: de Waalse Armonea-woonzorgcentra scoren op 10 van de 13 ‘Vlaamse’ kwaliteitsindicatoren’ (zie Vlaams Indicatorenproject Woonzorgcentra: kwaliteitsindicatoren 2017, deel 1) zelfs beter dan het gemiddelde voor alle Vlaamse woonzorgcentra.

We durven zelfs beweren dat senioren in een ‘maison de repos’ of een ‘maison de repos et des soins’ beter af zijn! Want de Waalse personeelsnormen voorzien in meer personeel om het reilen en zeilen in datzelfde woonzorgcentrum  - én bijgevolg de zorg voor de bewoners -  in goede banen te leiden: 30,76 FTE’s in Vlaanderen tegenover 33,51 FTE’s in Wallonië. Bovendien stellen we bij Armonea ook vast dat het absenteïsme er lager ligt in vergelijking met Vlaanderen.

Een andere opmerkelijk verschil: in Vlaanderen is het beroep van verpleegkundige al decennialang een knelpuntberoep. In Wallonië is het voorlopig nog een ‘kritische functie/beroep’.

Toch wel verrassend, niet?

Het herdenken van hoe we de zorg voor onze rusthuisbewoners het best organiseren en hoe we hierbij de verschillende zorgberoepen en ook andere, mits de juiste competenties, adequaat kunnen inschakelen en financieren, lijkt ons een meer dan eervolle denkoefening. Niet alle bewoners die zitten te wachten op een fles water, op hulp om naar het toilet te gaan of om aangekleed te worden, hoeven per se door een verpleegkundige of een zorgkundige worden geholpen. Voor zo’n taken heb je echt geen gespecialiseerd diploma nodig. Met een beetje menselijkheid, dienstbaarheid en empathie kunnen we al heel wat rusthuisbewoners helpen en kunnen we het werk van onze verpleegkundigen wat verlichten zodat hun job opnieuw aantrekkelijker wordt.

Want, voldoende hoogopgeleide en competente verpleegkundigen blijven absoluut welkom en zullen altijd nodig zijn in onze woonzorgcentra. Dat garanderen is net de uitdaging die voorligt. Laat daar geen misverstand over zijn.

En hopelijk moeten we 2020 dan niet opnieuw beginnen met dezelfde alarmerende berichten over het tekort aan verpleegkundigen? De bewoners en verpleegkundigen van onze woonzorgcentra zullen onze beleidsmakers hiervoor erg dankbaar zijn.

 

[een ingekorte versie van dit opiniestuk kan u lezen in De Morgen van 22 januari 2019]